Busje komt zo... - Reisverslag uit Montréal, Canada van Susanne Boon - WaarBenJij.nu Busje komt zo... - Reisverslag uit Montréal, Canada van Susanne Boon - WaarBenJij.nu

Busje komt zo...

Blijf op de hoogte en volg Susanne

29 Mei 2013 | Canada, Montréal

Het is al weer even geleden, de laatste keer dat ik een update heb geschreven van mijn belevenissen. Het was dan ook even graven, maar ik was gebleven bij……

19 april, Quebec city. Het was weer even wennen, het hostel leven. Na een aantal weken bij huize Winchelsea, moest ik weer even mijn draai vinden. Met weer een zelfgekookt maaltje ben ik maar bij wat andere meiden aan tafel geschoven en hebben we lang nagetafeld, terwijl op de achtergrond wat jongens op een gitaar aan het tokkelen waren. Ook kon ik na lange tijd weer een keer Nederlands met iemand praten, al was het met een Belgisch tintje.

Die vrijdagavond was lekker weer en hoewel de stad niet bruisde van leven, was het gezellig druk op straat. Hier en daar een muzikant en de skaters showde hun kunsten. Helaas was het de volgende dag gedaan met het lekkere weer en was het behoorlijk grouw en guur. Toch besloot ik maar een stadswandeling te doen, zodat ik de mooie stukjes van de oudste stad van Canada niet zou missen. De stadsmuur was indrukwekkend, maar ik had meer verwacht van de Citadel. Precies op het juiste moment besloot ik de lift naar boven te nemen van het hoogste gebouw in de stad: het enige moment dat de zon doorbrak die dag. Vanuit grote hangstoelen had ik een prachtig uitzicht over de stad en de rivier, terwijl ik kon luisteren naar de rijke geschiedenis van Quebec.

Zondag had ik het idee dat ik de stad wel zo’n beetje gezien had en wilde ik wel wat van de omgeving zien. Helaas was het lastig met het openbaarvervoer bij de kanocompetitie te komen. Maar ik had gezien dat er een activiteit vanuit het hostel georganiseerd werd, waarbij men naar een waterval zou gaan. Helaas toen ik die ochtend vroeg hoe laat er waar verzameld zou worden, werd me verteld dat het niet door ging. Jammer, want ik had niet zo zin om weer in mijn eentje op stap te gaan. Gelukkig waren er nog twee duitse meisjes die alsnog wilde gaan en dus heb Ik me maar bij hun aangesloten. De waterval was super mooi en het was stralend weer. Na wat mooie foto’s genomen te hebben en het verorberen van onze lunch, hebben we de bus weer terug genomen en had ik nog ruim de tijd om de maar drie uur durende busrit naar Montreal te nemen. Bizar hoe snel je je gevoel voor afstand bijsteld. Zou ik in Nederland een reis van drie uur moeten maken, dan zou ik het gevoel hebben dat het heel de dag in beslag zou nemen. Hier is het maar drie uur en daarbij moet je vaak nog een uur van te voren aanwezig zijn, om niet de kans te hebben niet meer in de bus te passen.

In het begin van de avond kwam ik aan in een hostel met veel hippies. Ik kreeg een uitgebreide en enthausiaste uitleg over wat ik allemaal kon doen in Montreal. Die avond ben ik maar weer begonnen met een rondje door het centrum, zoals ik tot nu toe eigenlijk altijd doe als ik ergens aankom. Gewoon een beetje rondlopen, zonder echt te weten waar naar toe. Onderweg kwam ik langs een hele rij schommels die stuk voor stuk bezet waren met allerlei mensen: Een melig stel, wat wietrokende hippies, een ouder stel en wat mensen die wat dromerig heen en weer aan het zwieren waren. Pas helemaal aan het eind vond ik wat kinderen. Ondertussen maakte elke schommel een ander geluid, waardoor er een soort van concert door de straat klonkt. Erg grappig om te zien en horen.

De volgende dag was het prachtig weer. Ik besloot om richting de berg te lopen voor een mooi uitzicht over de stad. Onderweg ben ik neergeploft om een bankje in het Universiteits park, waar menig student op het gras lag te zonnen. Ik heb daar een uurtje mijn boek gelezen, om vervolgens de berg te beklimmen. Boven aan de berg werd ik inderdaad beloond met een prachtig uitzicht en ben ik nog een aantal uur blijven hangen om mijn boek verder te lezen. Niet dat mijn boek nou zou boeiend was, maar het was gewoon heerlijk om in de zon te zitten.

Je zou zeggen, tot zover, niets te klagen. Toch begon zat ik niet helemaal lekker in mijn vel. Er waren aardige meisjes op de kamer, maar op de een of andere manier voelde ik me toch enorm alleen. Misschien was het het hostel waar ik me niet helemaal thuisvoelde, misschien was het dat ik gewoon even iemand bij me wilde hebben die ik kende of misschien omdat mama jarig was en ik eigenlijk gewoon even thuis wilde zijn. Waarschijnlijk was het de combinatie. De laatste twee vielen moeilijk te verhelpen op dat moment, maar ik besloot naar een ander hostel te verhuizen. Wie weet voelde ik me daar meer op mijn plek.

Dinsdagochtend heb ik mijn spullen weer gepakt en ben ik naar een hostel drie straten verder op gegaan. Helaas kon ik nog niet inchecken en was ik nog niet helemaal zeker van mijn zaak. Die dag heb ik me vermaakt in de botanische tuinen, de vlindertuin en het insectorium. Allemaal reuze mooi en interessant, maar mijn humeur was er nog niet beter op. Gelukkig waren er drie gezellige meiden uit Australie op de kamer, waarbij ik me die avond heb aangesloten om naar de kroeg te gaan. Het was en gezellige avond met wederom veel Duitsers, Australiers en tafelvoetbal.

Van de Australische meisjes had ik gehoord dat de Notre Dame van binnen erg mooi was en aangezien ik nog helemaal niet in die buurt was geweest, besloot ik de woensdag daar door te brengen. Al snel strande ik in een gallerij met allemaal leuke winkeltjes met allemaal mooie spullen die ik allemaal wel zou willen hebben. Maar helaas heb ik niet al te veel geld en daarbij zit mijn backpack nog altijd vol. Toch heb ik een aanal leuke souveniertjes gescoord. Het was prachtig weer, alweer de mooiste dag van het jaar. De dag dat je voor het eerst zonder jas buiten rond kan lopen. Ik had de neiging om op elke bankje neer te plroffen. Niet zo zeer omdat ik zo moe was, maar meer omdat het gewoon heerlijk was om in de zon te zitten, met als resultaat een verbrand gezicht. Verder weer lekker gelunched aan het water en natuurlijk de Notre Dame bekeken. Het was inderdaad erg mooi. Elk detail is afgewerkt met houtsnijwerk en glasinlood.

Toen ik die avond de laatste hap van mijn maaltje nam, kwam er een jongen op me af en zei in het Engels: Jij komt uit Nederland toch? Ik: Uhu? Hij: En je studeert in Wageningen toch? Ik: Uhu??? Ondertussen begreeep ik al wel at het niet anders kon dat hij ook uit Wageingen kwam, maar ik kon me niet herinneren dat ik hem eerder gezien had. Al was hij en zijn maat me al wel eerder opgevallen, maar had ik het weer aan de kant gezet met het idee dat ik ze gewoon eerder in het hostel gezien had. Toen hij zei dat zijn maat Kobus was, begon het kwartje te vallen. Kobus was in mijn eerste jaar de roeicoach van ons ploegje. Ik had hem al even niet meer gezien en dus niet direct herkend in de wandelgangen. Waarschijnlijk omdat ik het ook niet had verwacht. Hoe bizar is dat. Ik was nog geen enkele Nederlander tegengekomen in Canada en dan staat ineens iemand voor je neus die je kent. Toen Kobus er ook bij kwam hebben we natuurlijk gezellig een biertje gedronken.

De volgende ochtend moest ik er om 6 uur uit om de bus richting het westen te nemen. Vijfentwintig uur tot aan Thunder Bay en dan was ik nog steeds in Ontario. In de bus waren nog wat jongeren waardoor de reis wat minder lang leek. Zij zouden in 1 ruk door naar het westen gaan. Ik was blij toen ik de volgende ochtend vlak voor Thunder Bay voor het hostel gedropt werd. Ik had niet zo veel geslapen en ondanks dat ik er elke stop even uit ging, toch behoorlijk stijf.

Het hostel was weer anders dan alle andere hostels waar ik tot nu toe geweest was. Ik las op de website dat de host de hostelorganisatie van Canada opgezet had en zelf veel gereisd had. Dat was dan ook meteen te zien toen ik binnen kwam. Overal hingen en stonden spullen van over heel de wereld. Er ging net een stel weg dat onderweg was naar Vancouver, waardoor ik alleen in het hostel was. Lloyd, de host, stelde wel voor dat ik mee kon rijden naar het centrum, maar ik was best moe en had niet zo’n zin om een hele dag rond te hangen in een centrum. Na weer even bij gekletst te hebben met mama en Lanne en piano gespeeld te hebben, ben ik opzoek gegaan naar de ‘supermarkt’ die een eindje verderop zou zijn. Het was werkelijk in de middle of nowhere. Met als afsluiter van de dag een wandeling naar het grootste meer van de wereld (qua oppervlak) met op de achtergrond de Sleeping Giant, was het een lekker rustig dagje.

Voor zaterdag had ik het plan om een fiets of wandeltocht in de omgeving te maken. Maar Lloyd wilde graag ergens gaan ontbijten en vroeg of ik mee wilde. Best maf om met een opa in een Canadees wegrestaurant te ontbijten, maar het was best gezellig en hij heeft veel verteld over de belevenissen van zijn reizen. Later die dag ging hij weer naar het centrum en besloot ik de lift maar aan te nemen. Wie weet wat Thinder Bay te bieden had. Niet zo veel kwam ik achter, maar goed. De ouwe Lloyd heeft zijn rondleiding langs de vuilnisbelt, zijn geplante bomen en de skaters weer gemaakt. Voor de rest heb ik rondgehangen in een tweede hands boekwinkel en de walmart.

Ik had geluk want die avond kwam er iemand aan in het hostel die de volgende ochtend naar het westen zou rijden. Hij kon me dus mooi afzetten op het busstation in Thunder Bay. Op de website van het hostel stond dat ik Greyhound kon bellen om me op te pikken, maar helaas sinds ze bezig zijn met het aanleggen van de nieuwe High way, kwam de bus niet meer vanzelfsprekend langs het hostel. Blijkbaar had de buschauffeur een uitzondering voor me gemaakt.

Dertig uur, twee tijdzones en 2000 km verder naar Edmonton. Er valt niet zo veel te vertellen over dertig uur lege toendra vlakte en een muffe bus. In Thunder Bay was het al kouder dan waar ik vandaan kwam, maar toen ik in Edmonton de bus uit stapte leek het alsof ik op de noordpool beland was. Sneew, wind en nog eens sneeuw. Normaal gesproken loop ik het liefst naar het hostel en nu had ik na zo’n lange zit ook wel behoefte aan wat beweging. Maar de wind was simpelweg te snijdend om de 4 km naar het hostel te lopen. Na uitgevogeld te hebben hoe het openbaarvervoer in deze stad werkte, vond ik uit waarom ik geen bed meer via internet kon boeken. Normaal gesproken boek ik geen hostel van te voren, omdat er vaak meer dan genog ruimte is. Maar toen ik gewoon even ging kijken waar hostels met ruimte waren, vond ik alleen maar hotels. Het enige hostel dat open was, zat compleet vol met aziaten die voor een semester in Edmonton kwamen studeren en pas de twee dagen later hun kamer in konden. Gelukkig had ik nog wel een bedje kunnen reserveren via de telefoon.

Het enige interessante in Edmonton leek de West Edmonton Mall en dus besloot ik daar de dinsdag door te brengen. Maar toen ik daar eenmaal was dacht ik: wat doe ik hier. Ik heb geen ruimte in mijn tas, doe alles op butget en daarbij leek het er op dat de winter nog wel even zou duren. Nog geen reden om op jacht te gaan naar korte broeken. Toch was het weer een belevenis. Het is eigenlijk meer een soort attractiepark met heel veel winkels. Midden in de mal is een groot gedecoreerd basin waar zeeleeuwen shows warden gehouden. Ook kon ik me wel even vermaken met het bekijken van de spelende kinderen in het zwemparadijs of de midgetgolfbaan.

Die avond zat ik in de gemeenschappelijke ruimte een boek te lezen, terwijl ik zonder het te merken ingesloten werd door Aziaten. Op een gegeven moment stak er iemand van wal met de vraag: Are you never homesick? Het duurde even voordat ik door had dat hij het tegen mij had en een antwoord had op deze opmerkelijke openingsvraag. Er volgde een vraag en antwoord gesprek dat eigenlijk heel de avond door ging, onderbroken door naamoefen rondjes. Blijft toch lastig al die Aziatische namen. Later kwam een Amerikaan ons vergezellen. Zijn eerste vraag was: How was your youth? Apart, de gesprekken van die avond begonnen met meer inhoud dan normal om vervolgens steeds wederkerende oppervlakkige vragen te stellen.

Mijn plan was om woensdagavond de bus naar McBride te nemen om daar donderdagochtend vroeg daar aan te komen. Toen ik dit met mijn nieuwe host kort had gesloten, kreeg ik een telefoontje dat hun buurman die woensdag van Edmonton naar McBride zou rijden. Ideaal! Niet weer de nachtbus en nu kon ik genieten van de rit door de Rocky Mountains. Het was super mooi en was dan ook lichtelijk overdonderd toen we aan het eind van de middag de 1 km lange oprit met super mooie uitzicht van mijn nieuwe ‘thuis’ op reden.

Hoewel ik op dit moment al weer verder aan het reizen ben naar het westen, vertel ik later over de afgelopen weken op de schapenboerderij in McBride. Voor nu is het weer meer dan genoeg lees voer voor de geinteresseerden.

En ook nog maar even een link naar de foto's: https://www.facebook.com/media/set/?set=a.664146916935245.1073741829.100000198287650&type=3

  • 29 Mei 2013 - 09:54

    Els Wielinga :

    Weer leuk om te lezen! Hoop dat jij ondertussen zonnig weer hebt.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Susanne

Actief sinds 20 Okt. 2013
Verslag gelezen: 279
Totaal aantal bezoekers 18025

Voorgaande reizen:

01 Juni 2013 - 27 Juli 2013

Werken in Natuurparken in Californië

29 December 2012 - 31 Mei 2013

Backpacken in Scandinavië, Ierland en Canada

Landen bezocht: